Uitgaan & Cultuur
Tubbergen centraal in streekroman Johanne A. van Archem
‘Een netelige kwestie’
BOEKENNIEUWS - Donderdagmiddag 23 november jl. hield de befaamde streekboekenschrijfster Hennie Scholten, die schrijft onder pseudoniem Johanne A. van Archem, een lezing in 't Oale Roadhoes van Tubbergen. Een lezing, geïnitieerd door de Stichting Heemkunde Tubbergen in samenwerking met de plaatselijke bibliotheek, over haar nieuwste boek 'Een netelige kwestie'. Deze roman, inmiddels haar 45e, speelt zich af in Tubbergen. De schrijfster raakte geïnspireerd door m'n publicatie 'De Tubbergsche politiequaestie'. Een boek dat Koning Willem-Alexander 26 april jl. nog in ontvangst heeft genomen.
“De rechtbank had uitspraak gedaan. De beide veldwachters waren veroordeeld tot een maand gevangenisstraf vanwege machtsmisbruik en vernieling. Maar ze gingen meteen in hoger beroep. 'Ook dat nog', vond Toon Fikken verontwaardigd. 'Wedden dat ze er nog mooi mee wegkomen?' Er weer stond er een flink stuk in de krant. Het rechtsgevoel werd lang niet altijd bevredigd, schreef de krant. Niet alleen in hun dorp in Twente was het nodige gebeurd, ook in andere plaatsen in het land waren zaken met overheidsdienaren voorgevallen die niet door de gerechtelijke beugel konden.”
De epiloog in 'Een netelige kwestie’ vangt aan met het bovenstaande citaat. Deze meeslepende historische roman van Johanne A. van Archem vertelt een geschiedenis van verdriet, pijn en frustratie in de jaren twintig van de vorige eeuw. Het betreft een realistische roman over familiegeschiedenis en het belang van de waarheid onder ogen zien.
1920. De fanfare viert zijn vijfentwintigjarig bestaan, maar Joosts hoofd staat er niet naar nu zijn moeder net overleden is. Na de begrafenis hoort hij dat het jubileumfeest behoorlijk uit de hand is gelopen: twee veldwachters hebben een ravage aangericht in het café met een rechtszaak tot gevolg. Ondertussen doet Joosts halfzus moeilijk over de erfenis van hun moeder. Joost weet niet meer wat hij moet doen.
Het verhaal van de fanfare berust op ware feiten die in 1910 in Tubbergen hebben plaatsgevonden. De ingrediënten voor deze kwestie vormen een dorpscafé, twee veldwachters en de leden van de plaatselijke Harmonie. Op 2 februari zaten de leden van de Tubbergse muziekvereniging ‘De Harmonie’ genoeglijk bijeen in het dorpscafé aan de Fleringerstraat. Omstreeks 22.00 uur ’s avonds traden twee veldwachters het etablissement binnen en vroegen naar de vergunning. Aangezien deze door de burgemeester mondeling was verstrekt, kon er geen vergunning w orden overlegd. De veldwachters namen daar geen genoegen mee en sommeerden de aanwezigen om het café te verlaten. De Harmonieleden weigerden echter. Een dispuut ontstond en de situatie escaleerde. Dat het menens was geweest, blijkt wel uit hetgeen een veldwachter had geroepen: „De eerste de beste die een pas nader komt, schiet ik een kogel door de hersenen."
Het voorval in Tubbergen leidde destijds tot Kamervragen, met name voor wat betreft het buitensporige optreden van de veldwachters. De centrale vraag luidde feitelijk: in hoeverre reikt de macht van het gezag en waar liggen de grenzen? Uiteindelijk zijn de beide veldwachters in deze kwestie strafrechtelijk veroordeeld.
'De Tubbergsche politiequaestie', waar ik Hennie Scholten een paar jaar geleden mee heb verblijd, heeft ze nu vrij gebruikt voor 'Een netelige kwestie'. Fantastisch natuurlijk dat zij er in geslaagd is om dit Tubbergse verhaal in een streekroman voor het voetlicht te brengen. Bovendien is het uitermate treffend dat op de cover een afbeelding staat van het voormalige Tubbergse etablissement. Een exemplaar van 'Een netelige kwestie, heeft de schrijfster overhandigd aan Anko Postma, burgemeester van Tubbergen.
Martin Paus