Algemeen

Herinckhave, 1820-1823

De bouw van de Fleringer molen aangedreven door wind en daar achter een pakhuis

FLERINGEN -  De broers Egon en Maximiliaan von Bönninghausen sloten in 1819 een overeenkomst voor de bouw van een windmolen in Fleringen, aan de weg van Almelo naar Ootmarsum.

Textielfabriek te Fleringen en rechts de molen van Frielink. Foto: Jan Bökkerink, Courant, 1960
Textielfabriek te Fleringen en rechts de molen van Frielink. Foto: Jan Bökkerink, Courant, 1960

Het is uniek voor Twente en Overijssel dat de gedetailleerde rekening van een gebouw met daarin drie molens: onderin een olie-, daarboven een pel- en bovenin een korenmolen, bewaard is gebleven. Achter de molen werd een groot pakhuis gebouwd voor de opslag van blikken olie in de kelders en de opslag van gemalen graan. De geschreven rekening, 17 pagina’s, is digitaal uitgewerkt tot 23 pagina’s en er bleven een groot aantal vragen over.
Daarom zijn in een verkorte samenvatting (hfst. 5) de functies van de mensen die in de bouw werkzaam waren (uit Twente en Bentheim), met de aangekochte materialen uit (Bentheim, Twente, Overijssel en het gebied rond Gouda), in vet aangegeven met het jaar en de datum.

Dat bood de gelegenheid, om tussen de originele tekst, in cursief uitleg te geven van een groot aantal moeilijke woorden met hulp van drie ervaren deskundigen, de molenaars Ton Huttenhuis en Rob Kwekkeboom, die met tekeningen technische uitleg hebben gegeven in (hfdst.7), en de oud-metselaar Gerrit Klaassen, die de lengte van het pakhuis heeft aangegeven en hoe belangrijk kalk bij het metselen en leem als fundering voor het pakhuis waren.

Veel aandacht is besteed aan het transport over slechte wegen en wateren. Losplaatsen aan beken voor bakstenen en andere materialen bevonden zich bij het Rijssense Veer, de Krommendijk te Almelo en de Demmer aan de Loolee te Albergen. Grote transportproblemen  waren er door de zeer zware Bentheimer olie-molenstenen, die boven een fundering van ijzeroer in de molen werkten.

Interessant is ook het gebruik van houten balken en zandstenen van het huis Saasfeld, kasteel Saterslo, wat tot nu toe niet bekend was.

Toen er brand uitbrak in 1846 boven in de molen, volgden er twee grote restauraties. De archivaris van de gemeente Tubbergen gaf ons de nodige informatie, ook hoe de brand was ontstaan, wat Ton Huttenhuis heeft toegelicht. Jan Raatgerink uit Ootmarsum liet ons weten dat het textielfabriekje ‘in het oude pakhuis’ niet met windkracht werkte. Het register van personen omvat ca. 136 namen en dat van de plaatsen ca. 63.

Presentatie boekje

Op vrijdagmiddag 4 april om 15.00 uur vindt de presentatie van het boekje plaats voor genodigden in café–restaurant De Molen te Fleringen. Enkele sprekers zoals D. von Bönninghausen en Christel Luttikhuis van het oude erf Herbert heten we welkom.
De Twentse Krans dankt Harold en Marina van De Molen voor het gebruik van een schitterende kleurenfoto van een schilderij van de molen te Fleringen uit 1990. Tevens veel dank aan de familie Von Bönninghausen, de sponsoren, de Drukkerij Twente Print te Tubbergen en haar medewerkers.

Stichting De Twentse Krans